Noord-West Amerika / West Canada / Alaska

Dag 106/107: Oef, de bagage zit in het vliegtuig

Gelukkig geen problemen bij het inchecken van onze zware tassen (behalve het tillen dan). We waren vroeg met het inchecken, zodat we alle tijd zouden hebben om de bagage eventueel anders over de tassen te verdelen. Omdat dat allemaal niet nodig was konden we nog even naar het Beringia museum naast het vliegveld. Hier wordt alles verteld over het verdronken land Beringia dat tijdens de ijstijd Siberië en Alaska verbond en over de dieren die er toen leefden, zoals de Mammoet

Bij de douane moest de teken- en knutseltas van Linde en Floor opengemaakt worden. Er waren gevaarlijke voorwerpen gezien op de scanner. De twee knutselschaartjes hadden we nietsvermoedend laten zitten. Die van Linde mocht niet mee, te scherpe punt. Als dat het enige is dat niet mee mag, hoor je ons niet klagen. Want in de ingecheckte bagage zitten ook nog wat dubieuze souvenirs.

Met een goed gevoel zijn we het vliegtuig naar Calgary ingestapt. Ruim 2 uur vlogen we over een deel van de route die we eerder over de weg hebben afgelegd, maar door de bewolking konden we er niets van zien. Na de landing moesten we direct door naar onze aansluitende vlucht naar Frankfurt. Dat scheelde weer doelloos rondhangen.

Tijdens deze vlucht ging de tijd wel heel erg snel. De klok ging zomaar 8 uur vooruit (dat andere uur hadden we op de vlucht naar Calgary al ingehaald) en hadden we een nachtje van zo'n 3 uur.

In Frankfurt moesten we nog overstappen op onze vlucht naar Schiphol. Onze Oosterburen maakten daar ook gelijk een toeristische aangelegenheid van, want je mag te voet een paar kilomers afleggen om uiteindelijk bij de juiste gate te komen.

Om 14.00 uur zijn we geland op Schiphol. De vluchten zijn allemaal soepel verlopen, behalve dan dat we op de laatste vlucht nogal eens door elkaar geschud werden door de turbulentie. Totaal was het zo'n 13 uur vliegen.

We voelen ons wat moe, want we hebben een ultra korte nacht achter de rug en voor ons gevoel landden we laat in de avond. Daar zullen we de komende dagen nog wel wat last van hebben.

Op Schiphol werden we warm onthaald door de familie Verschuur. Een welkome bijkomstigheid was dat we daardoor ook snel met alle bagage weer thuis waren. Na zo'n lange reis is dat toch wel erg fijn.

Zo, en nu zit het er dan echt op. Onze parkieten werden 's middags door opa en oma Raijmakers weer thuis gebracht en begint ons normale leventje weer.

Als jullie foto's willen komen kijken moet je nog even geduld hebben, want het zal even tijd kosten om ca. 20.000 foto's uit te zoeken. Streven is om 95% hiervan weg te gooien en dat doet wel eens pijn (bij Marijn).

Dag 105: Bye bye camper

Op de camping hebben we de camper een snelle wasbeurt gegeven, want anders zouden ze hem niet meer herkennen. Daarna hebben we de bagage bij het hotel gedropt en vervolgens de camper ingeleverd. Netjes alle gebreken gemeld, zodat ze daar hun voordeel mee kunnen doen. De inspectie verliep soepel, geen verrassingen. Bye bye camper! Tot ..., ja tot wanneer? Wanneer krijgen we ooit weer eens z'n mooie gelegenheid om zo lang met z'n viertjes zorgeloos rond te trekken in zo'n mooie natuur?

We hebben in totaal 14.479 kilometer afgelegd, 549 meer dan we aanvankelijk berekend hadden (vooral de laatste 4 weken hebben we meer kilometers gemaakt), maar slechts 179 meer dan in het contract was afgesproken. De bijbetaling viel dus wel mee.

Ook al is 14.479 kilometer best veel, wij hebben het niet zo ervaren. Het rijden is zeker geen straf hier. Je ziet zoveel mooie natuur, dat je je geen moment verveelt. En tegen de tijd dat je toch in slaap dreigt te vallen, steekt er wel een beer de weg over en kun je er weer een paar uur tegenaan.

Om de vakantie in stijl af te sluiten zijn we vanmiddag in een echt native restaurant gaan eten: De Pizza Hut! Het was vandaag ‘Tuesday night, Kids night - Kids eat for free'. En omdat het geld nu echt wel op is, konden we dat aanbod niet afslaan. Vooral Marijn heeft veel van het kids menu gegeten.

Bij deze alvast allemaal bedankt voor jullie reacties op onze weblog. We vonden het erg leuk om zo nu en dan wat van jullie te horen. Aanvankelijk hielden we het weblog bij om het thuisfront gerust te stellen enzodat jullie onze vorderingen konden volgen. Maar gaandeweg de vakantie begonnen we er zelf ook steeds meer lol in te krijgen om de verhaaltjes te schrijven, waarbij we de afgelopen dag door konden nemen en zodat we achteraf onze eigen vakantie nog een keer kunnen beleven.

Dag 104: Opruimstress

Vanochtend lekker lang uitgeslapen, omdat we om 10.00 uur naar het Yukon Wildlife Preserve wilden gaan om de meeste dieren van deze vakantie voor de laatste keer te zien als een soort van afscheid. Niet helemaal in hun natuurlijke omgeving, maar toch.

Maar helaas kwam de regen gestaag naar beneden en hadden we er toen weinig zin meer in. Dus maar gelijk door naar Whitehorse gereden en ter plekke de hotelreservering voor morgen gecontroleerd en op het vliegveld geverifieerd of het vluchtschema nog ongewijzigd was. Alles klopte nog.

In Whitehorse hebben we nog de befaamde boekhandel Mac's Fireweed Books bezocht en onze toch al aanzienlijke boekenvoorraad van deze vakantie verder uitgebreid. Linde heeft van haar gevonden geld en nog resterende ‘credits' (o.a. te verdienen met wandelingen) een leuk boekje gekocht van Lars de kleine ijsbeer. Floor wilde haar deel liever in Nederland uitgeven.

Daarna hebben we de camping opgezocht en begon het grote opruimen en inpakken. De camper moet immers morgenochtend ingeleverd worden. Het paste allemaal best wel in de plunjebalen en tassen die we hebben, maar zwaar dat ze zijn. Vééééél te zwaar! Al die verzamelde veertjes, knuffels, keien, schelpen en beverstokken, maar vooral heel veel boeken. Dat wordt woensdag op het vliegveld nog leuk.

Dag 103: Opa de helpende hand toegestoken

Vannacht werden we om 3.30 uur opgeschrikt door een auto die langzaam over de camping reed met de muziek verschrikkelijk hard aan. Op zich mooie muziek, maar het tijdstip was wat ongelukkig gekozen. 's Ochtends zagen we aan de slingerende sporen op het gravelpad, dat dit waarschijnlijk een zatte malloot was geweest.

Het ontbijtwandelingetje ging naar de Five Finger Rapids in de Yukon River. Hier staan 4 grote rotspartijen in de rivier waardoor er een gevaarlijke stroming ontstaat. Tijdens de Klondike Goldrush moesten de raderboten één van de 5 smalle vaarroutes kiezen. De wandeling naar de stroomversnelling begon met Yukon's langste trap met ruim 150 treden. Je moet toch wat om toeristen te trekken.

Tijdens het rijden had Inge de camera klaar voor gebruik op haar schoot liggen voor het eventuele wild, maar toen Lynx nummer 4 zich aandiende (en we zagen hem al ver van te voren langs de weg staan) waren we toch weer te laat. Hij wandelde rustig de weg over en was verdwenen voordat we stil stonden. Helaas, maar toch blij dat we dit schuwe dier al vier keer hebben gezien. Dus bij gebrek aan een lynx, maar een foto van een mooie vlinder gemaakt.

Tijdens de lunchpauze aan Lake Laberge deed een 84 jarige manke opa (in gezelschap van twee dames een tikje ouder dan wij) na een boottochtje zijn best om zijn boottrailer het water in te rijden. Later bleek dat dit zijn eerste boottripje was na een ziekenhuisopname. Nadat hij bijna enkele bear-proof vuilnisbakken omver had gereden, de trailer met geen mogelijk enigszins recht achteruit gereden kreeg en vervolgens samen met één van de dames probeerde de trailer al tillend in het rechte spoor te zetten, kon Marijn het niet langer aanzien. Op de vraag op ze misschien hulp nodig hadden werd maar gelijk gevraagd of Marijn misschien de trailer in het water kon rijden. De dames konden het blijkbaar ook niet. De trailer in het water rijden ging soepel, maar toen begon de ellende pas echt.

De dames wilde geen natte voeten krijgen en stonden wat hulpeloos aan de boot te trekken. Opa meende zich ondertussen ook nuttig te moeten maken en reed de auto met trailer maar wat dieper het water in. Behalve dat de auto met trailer binnen een paar meter weer behoorlijk geschaard stond, had hij de trailer ook van het betonnen pad in het meer weten te rijden en stond hij met zijn auto al zo ver in het water (ondanks luidruchtige waarschuwingen van ons) dat het een wonder was dat de motor niet afsloeg en dat het net niet uitdraaide op een echte reddingsactie.

Marijn heeft deze vakantie vaak genoeg gezien hoe ze een boot op een trailer zetten, dus gaf hij opa en de dames het advies eens te proberen om de boot gewoon op de trailer te varen. Nadat opa met pijn en moeite in de boot was geklommen lukte het hem om de boot diagonaal op de trailer te varen. Op zich knap, maar echt handig was het niet. Met hulp van een vriendelijke Duitser werd de boot recht op de trailer getrokken en vastgesjord.

Marijn reed de auto met trailer uit het water, maar vervolgens moest opa nog uit de boot. Samen met de Duitser werd hij uit de boot gehesen, waarbij opa zijn schouder bezeerde.

Sneu om te zien dat iemand die zijn hele leven gevaren heeft, volgens de dames althans, een aantal noodzakelijke vaardigheden die horen bij het varen niet meer beheerst.

's Middags zijn we op de camping bij de Takhini Hot Springs (vlakbij Whitehorse) gaan staan en hebben in de hot springs het vuil van ons lijf gespoeld. Floor ontpopt zich als een echte rivierotter. Ze springt continu van de kant het water in, hoeft niet meer opgevangen te worden, gaat koppie onder, laat even een boertje en staat onvermoeibaar alweer op de kant voor de volgende duik. Erg leuk om te zien hoe ze zich vermaakt in het water.

Dag 102: De Klondike Highway

We zijn de dag weer begonnen met ons nieuwe lijflied ‘Vlieg met me mee naar de regenboog'. Floor wordt elke keer wel heel erg actief als ze het liedje hoort, maar wel gezellig. Bedankt Velzen5.

Vandaag hebben we de Tombstone Mountains en Dempster Highway heelhuids achter ons gelaten en zijn we de weg naar het Zuiden ingeslagen. Via de North Klondike Highway hopen we over twee dagen in de buurt van Whitehorse aan te komen.

Aan de hand van ‘Yukon's Wildlife Viewing Guide' probeerden we nog wat leuke pauzeplekjes te zoeken ipv alleen maar kilometers te maken. Maar omdat we nu wat later in het seizoen zitten, is er niet zoveel meer te zien. Onderweg zag Inge nog wel onze derde Lynx van de vakantie. Toen Inge ‘Lyyyyynx!!!!!' riep, ging Marijn vol in de remmen en maakte met aangetrokken handrem 180 graden rechtsomkeert, maar helaas was de kat met de pluimoren al gevlogen. Tja, de één moet op de weg letten en de ander is aangenomen om wild te spotten.

Ook op deze weg kregen we toch weer regelmatig gravel voor onze kiezen en gedroegen we ons bijna als de locals hier. Voorheen vonden we dat ze als maniakken over die wegen raasden, maar nu gedragen we ons net zo. Behalve dan, dat wij wel inhouden voor tegenliggers om ieders voorruit heel te laten.

Dag 101: Vosjes langs de Dempster Highway

Om de echte tundra te proeven zijn we nog een stukje doorgereden over de Dempster Highway. Na bijna 10 km (bij km paal 80) zaten we op het hoogste punt van de weg op 1289 meter. Dit is tevens de Continental Divide. Alles ten Zuiden van dit punt watert af naar het Westen in de Bering Zee, alles ten Noorden watert af naar de Beaufort Zee. Veel konden we er niet van zien, want we reden in dichte mist.

Een stukje verder zagen we een rode vos op een heuvel en weer een kilometertje verder lagen twee jonge vossen langs de weg. Alleen Linde zag ze, dus moesten we een stukje achteruit rijden om ze te zien. Even schrokken ze en liepen het struikgewas in, maar al snel kwamen ze terug en gingen op zo'n meter of 8 afstand van ons liggen. Blijkbaar waren ze net wakker, want de één stond uitgebreid te geeuwen.

Daarna zijn we doorgereden tot kilometer 103 bij Two Moose Lake. Uiteraard geen elanden hier, maar wel twee verdwaalde zeearenden. Die hadden we hier niet echt verwacht. Enigszins somber en verlaten ziet het er hier wel uit, zeker met die mist.

Na het ontbijt hebben we gewacht tot de mist wat opgetrokken was, voordat we een rondje om het meertje zijn gaan lopen. Dat valt nog vies tegen over de tundra. Veel lage struikjes, (rendieren)mos waar je zo'n 10 cm in weg zakt en verschrikkelijk oneffen. Maar wel een mooie ervaring.

Ook al is het een prachtig landschap, door de uitgestrektheid zou je je ook eenzaam kunnen gaan voelen. Twee fietsers die blijkbaar toe waren aan een nieuwe uitdaging, hadden daar geen last van. De één was op de heenweg en ze zwaaide (nog) erg enthousiast (net als gisteren op de camping), de ander was op de terugweg en hoefde nog maar 100 kilometer. Hij zag er ook erg tevreden uit met een zoethoutstokje in zijn mond.

Op de terugweg waren de wolken iets opgetrokken, maar nog steeds bleven de toppen van de bergen onzichtbaar. Op dezelfde plek waar we vanochtend een vos zagen, zagen we er nu weer één. Waarschijnlijk dezelfde, want hij lag rustig naast het vossenhol (of hoe noem je dat?) die we in de mist niet gezien hadden.

's Avonds zijn Marijn en Linde nog een keer bij de bevers gaan kijken. En deze keer was het helemaal feest. Beide beverfamilies waren actief met het versterken van hun burcht. Eén van de twee families was zelfs net z'n viertjes. Het was leuk om ook de kleine bevers bezig te zien. Toen Marijn één van de foto's even terug wilde kijken, kwam hij erachter dat er geen geheugenkaartje in zijn toestel zat. Sh..!!! Dat was al de tweede keer deze vakantie. Maar gelukkig had hij nog een reservekaartje bij zich en kon hij toch nog enkele leuke foto's maken.

Dag 100: 100 Dagen onderweg

Alweer 100 dagen hebben we genoten van de rust, ruimte en natuur. Er lijkt maar geen eind aan te komen. Of toch?

Vanochtend zijn we vroeg de Dempster Highway opgegaan naar de Tombstone Mountains. Wij hebben slechts 10% afgelegd van de 737 km lange highway die eindigt in Innuvik aan de Beaufort Zee. Enkele dagen geleden hebben ze de weg weer geëffend, dus was het redelijk goed te rijden. In ieder geval was het de beste gravelweg tot nu toe. Morgen rijden we nog een klein stukje verder tot we echt in de tundra zitten.

Vanochtend zagen we onze tweede lynx van de vakantie, maar ook deze was ons te snel af voor een foto. Hij zat op de weg en ging er vandoor toen hij ons aan zag komen.

Omdat we hier al vroeg waren konden we nog mee met een ‘interpretive walk' naar de Beaver Pond. Pal naast de weg hebben twee beverfamilies (er zijn dus ook twee beverburchten op slechts 20 meter van elkaar) forse dammen opgeworpen. De laatste dam was zeer recent, waardoor er weer nieuw land was ondergelopen. We waren te laat in de ochtend om ze in actie te zien, dus zijn we 's avonds nog een keer terug gegaan.

En niet voor niets! Twee bevers waren druk bezig hun burcht te versterken en allerlei andere zaken. We hebben geruime tijd staan kijken. En omdat ze ook allebei uit het water kwamen konden we ze goed zien. Toen het weer stil werd zijn we gaan kijken of er bij de nieuw opgeworpen dam nog enige activiteit te bespeuren was. En ook daar zagen we nog een bever, maar die was er snel weer vandoor. Eindelijk hebben we allemaal bevers in levende lijve gezien. Een mooi einde van de dag.

's Middags hadden we een stukje langs de North Klondike River (een hele mond vol voor een klein beekje) gewandeld tot we de sneeuw tegenkwamen. Dat hadden we hier niet echt meer verwacht, omdat we helemaal niet hoog zitten, maar Linde en Floor vonden het leuk om in de sneeuw te spelen. Het landschap kreeg steeds meer weg van tundra met het rendiermos dat tussen de dwergberkenstruiken stond. Het deed ons denken aan eerdere wandelingen in Noorwegen.

Gelukkig waaide het vandaag behoorlijk waardoor de rooklucht aardig verdreven werd. Het was nog wel behoorlijk heiig, maar dat ging slechts ten koste van het uitzicht.

Dag 99: Dawson City

Of het aan de smog lag weet ik niet, maar we waren vandaag niet echt actief. Lang uitgeslapen en een rondje door het stadje gelopen, dat was de dag van vandaag.

Men probeert hier in de stad, gelegen aan de Yukon en Klondike River, de oude huizen in fatsoenlijke staat en de goudkoortshistorie levend te houden. En men is daar aardig in geslaagd (voor zover we dat kunnen beoordelen). Een grappig onderdeel daarvan is dat men in de stad geen meter verharde weg kent. Dat hadden ze toen immers ook niet.

Morgen trekken we weer de wildernis in.