Dag 98: Top-of-the-World Highway
Vandaag hebben we de rest van de Tok cut-off gereden. In Tok aangekomen roken we weer de inmiddels bekende brandlucht van enkele weken terug toen we ook hier waren. Blijkbaar brandt het hier nog steeds.
Vanuit Tok hebben we de Taylor Highway naar Chicken genomen. Ook zo'n oud goudzoekersgat waar eigenlijk niet veel meer is te beleven, behalve dan dat de benzine nog duurder is dan in Valdez.
Vanuit Chicken tot aan de grens met Yukon (Canada) is het bijna 70 kilometer stuiteren over een niet al te beste gravelweg. Naast enkele goudzoekers die hier nog steeds rijk denken te worden, zagen we een personenauto staan met een lekke band en bij de grens stond een Cruise Canada camper ook met een lekke band. Dat gaf te denken. De laatste waren Zwitsers die van de Canadese kant van de grens kwamen en ze hadden ruim 30 kilometer met die lekke achterband doorgereden. Ook al heb je dubbele wielen achter, dit leek ons toch niet zo handig. Dat vond de douanier ook en die verbood hen zo verder te rijden. Drie uur later was een monteur uit Dawson City gearriveerd om de band te verwisselen (bij onze campers krijg je nl. geen gereedschap om zelf je banden te verwisselen).
Na even een praatje gemaakt te hebben met deze onfortuinlijke Zwitsers kwamen we erachter dat het merendeel van de resterende 105 kilometer over de Top-of-the-World Highway naar Dawson City ook gravel was. Dat stond op geen van onze wegenkaarten. We waren al behoorlijk door elkaar geschut en hier zaten we niet echt op te wachten. Maar terug was ook geen optie. Uiteindelijk bleek er nog 65 kilometer onverhard te zijn (de andere 40 kilometer was asfalt met gemene kuilen), maar wel duidelijk beter dan de eerdere gravelweg van vandaag. Een week geleden dachten we nog dat de ideale snelheid over een gravel wasbord zo'n 50 km/uur was, nu kwamen er achter dat de truc eigenlijk is om zo hard mogelijk te rijden. Om het toch nog verantwoord te houden reden we zo'n 70 km/uur.
Na ruim 3 maanden weten we wel wat er allemaal kan rammelen aan de camper, dus overal zitten stukjes keukenrol of kartonnetjes tussen. Hierdoor bleef het gerammel en gekletter binnen de perken en kunnen we zelfs het aardewerken servies heel houden.
De Top-of-the-World Highway doet zijn naam overigens alle eer aan. Hij gaat hoog over de bergruggen (zonder vangrail en met vrij uitzicht naar beneden) en biedt prachtige vergezichten. Tenminste, normaal gesproken dan bij helder weer. Het was weliswaar onbewolkt, maar door de enorm dichte smog die veroorzaakt werd door de bosbranden, zagen we er weinig van. Behalve de smog rook je de brandlucht ook goed. Aangekomen in Dawson City was de smog en brandlucht iets minder, maar nog steeds zag de zon eruit als een oranje avondzonnetje. Hopelijk wordt dit snel minder.
Deze bosbranden zijn een jaarlijks terugkerend fenomeen en dat was onderweg ook duidelijk te zien. Tientallen kilometers reden we door gebieden die in voorgaande jaren waren verwoest door bosbrand. Alleen kale boomstammetjes blijven staan en als eerste begint er donkerroze Fireweed te groeien (nu bijna uitgebloeid). De daarop volgende jaren komen de struiken en eerste boompjes weer terug. Maar dat hoort er hier gewoon bij en men doet er ook niet moeilijk over.
O ja, voor degenen die meeschrijven: de klok is weer een uurtje vooruit gegaan, dus 9 uur tijdsverschil.
Dag 97: Mooie route
Na 3 nachten hebben we de Valdez Glacier campground met zijn zee-arend nest (met 2 jongen) verlaten en koers gezet naar Dawson City. We zullen hier zeker twee dagen voor nodig hebben, want het is zo'n 700 kilometer voordat we echt uit Alaska zijn.
De route vanuit Valdez naar het Noorden, de Richardson Highway, is een prachtige weg waar je al snel in alpien landschap zit en waar je meerdere mooie gletsjers ziet. Eén daarvan, de Worthington Glacier, kun je zelfs na een kwartiertje lopen aanraken. Eigenlijk is zo'n minder bekende, beter toegankelijke en zeker niet minder mooie gletsjer, veel leuker dan de ‘wereldberoemde' Exit Glacier bij Seward, die om ‘veiligheidsredenen' afgezet is met touwen. Bij de Worthington Glacier zegt een aardige dame dat je gewoon langs het kijkplatform af moet lopen en best naar de gletsjer kunt lopen en ook naar een ijsgrot, maar je moet er niet in gaan omdat hij niet meer stabiel is. Nou, hij bleef vandaag nog wel heel, maar de keien vielen wel regelmatig naar beneden.
Verder op de weg bij Copper Center zijn we bij het Visitor Center van Wrangel-St.Elias National Park naar hun prachtige film over het park gaan kijken. Dit park telt 9 van de 16 hoogste bergtoppen van het Noordelijke continent (de hoogste is Mt Bona met 5.002 meter), is groter dan Zwitserland en 6 keer zo groot als Yellowstone. Helaas is het park nauwelijks toegankelijk en ontbreekt ons nu de tijd om het verder te verkennen.
Bij Glenallen zijn we van de Richardson Highway afgegaan en hebben de Tok Cut-off genomen naar ..... Tok. Steeds hadden we op deze onbewolkte (beetje heiige) dag mooie uitzichten op de vierduizenders van het Wrangel-St.Elias park.
En net toen we tegen elkaar zeiden dat we vanwege het mooie landschap vergaten om te kijken of we nog wild konden spotten, stond een Elandkoe met twee kalfjes langs de weg. Ze ging echter snel een paar meter verderop tussen de struiken staan. Iets verderop meenden we ook nog 3 wolven te zien, maar bij nader inzien zagen ze er meer uit als ontsnapte Huskies dan wolven.
Dag 96: Een fantastische afsluiting van Alaska
Eergisteren zeiden we nog dat we de laatste boottocht van deze vakantie gehad hadden, maar omdat we zo'n goede ervaringen hebben gehad met de boottochten hier en vooral Marijn toch wel heel graag Puffins wilde zien en hebben we een ‘cruise' geboekt op de Lu-Lu Belle en zijn nog een keer de zee op gegaan. We voeren weg met een vrijwel blauwe lucht en het waaide nauwelijks. We hadden dan ook een erg kalme zee. Gelukkig maar, want deze cruisebootjes zijn niet van het normale veerboot formaat.
We waren nog maar net de haven uit of de kapitein zag een aantal zeeotters drijven. Deze keer 2 groepjes van in totaal zo'n 15 stuks. En nu werd er alle tijd genomen om ze goed en van dichtbij te bekijken. Op de veerboot waren we erg blij dat we ze gezien hadden, maar dit is natuurlijk nog veel leuker. Grappig hoe sommige met elkaar aan het stoeien zijn en anderen onverstoorbaar liggen te dobberen.
Iets verderop zagen we enkele Dall's Porpoises. De kapitein deed drie pogingen om de qua kleurstelling op Orca's gelijkende dolfijnen te verleiden met de boot mee te gaan zwemmen. Soms schoten de snelle beesten ineens langszij, dan weer doken ze achter de boot op, maar een echt escorte was ons niet gegund.
Vervolgens werden in de verte Orca's gesignaleerd en dus werd er koers gezet naar deze Killer Whales. Steeds weer anticiperend op wat ze zouden doen, probeerden we in de buurt te blijven. We hebben ze vaak, goed en van heel dichtbij gezien. Via de sonarapparatuur konden we ook onder water een beetje meeluisteren.
Toen werd het tijd voor de puffin rots. Echt veel puffins zaten er niet. De meeste waren waarschijnlijk op zee aan het vissen, maar we hebben ze gezien: de Tufted èn Horned Puffin. De kapitein manoeuvreerde zijn boot rakelings langs de rotsen om ze te spotten. Op de rotsen hebben we er slechts enkelen gezien, maar zo nu en dan zagen we er een paar op het water zitten of kwamen ze langszij gevlogen. Het zijn toch wel erg grappige vogeltjes.
Net om de hoek bij de puffins lagen honderden Steller zeeleeuwen op de rotsen. Sommige nog met een brandmerk dat ze gekregen hebben toen veel van hen jaren geleden verplaatst werden naar California, omdat ze daar oorspronkelijk vandaan kwamen, maar vooral omdat ze hier een te grote bedreiging vormen voor de zalmen en dus de visserij. De beesten zwommen echter vrolijk de 7.000 mijl terug.
De walvissen die je hier altijd ziet, de bultrugwalvissen, hadden we nog niet gespot en dus moesten we naar ze op zoek. Niet al te veel later, hadden we ze in de smiezen en werd koers gezet naar de walvissen. De kapitein deed zijn uiterste best om ons het ideale walvissenplaatje te laten schieten, namelijk de ‘tail shot'. Daarvoor moet je achter de beesten blijven en goed anticiperen om hun koers. Als je geluk hebt, kun je prachtige foto's maken van de walvisstaarten. Deze twee walvissen deden het rustig aan en bleven vaak lang onder, maar toch lieten ze enkele keren hun gracieuze staart zien.
Inmiddels lagen we al aardig achter op schema, maar de kapitein nam dan ook alle tijd om ons zoveel mogelijk wild te laten zien. En als we ze dan eenmaal gevonden hadden, had iedereen ook ruimschoots gelegenheid om zijn foto's te maken.
Toen werd het tijd voor het slotstuk van de tour: de Columbia Glacier. Eergisteren zagen we hem van een afstandje, maar nu voeren we tussen de duizenden ijsbrokken en -bergen door tot er geen doorkomen meer aan was. De gletsjer kalft af in zee en ijsbergen versperren uiteindelijk de weg om echt bij de gletsjer zelf te komen. Ook werd het wat frisjes: zo'n 4 graden. Zoals een echte cruise betaamt, kon iedereen zijn foto laten nemen voor de ijsbergen. Alleen werd dat met ieders eigen camera gedaan en werd er geen slaatje uit geslagen door ze voor $12,50 te koop aan te bieden. Maar dat gold voor de hele trip. De geplande 5½ tot 7 uur, werden uiteindelijk bijna 8 uur.
Toen we de boot weer in de haven afmeerden, dobberde tussen de boten nog een zeeotter. De stroming bracht hem langzaam maar zeker naar de bootsteiger waar we stonden. Hij lag roerloos als een plank in het water en bewoog slechts een pootje als hij tegen een boot aan dreef. We hadden hem letterlijk aan kunnen raken, zo dicht voor onze neus lag hij. Geen wonder dat ze vroeger zo eenvoudig te vangen waren.
We hebben op deze cruise echt waar voor ons geld gekregen en volop genoten van al het moois dat we gezien hebben. Dit was een prachtige afsluiting van Alaska!
Dag 95: Weerloze zalmen ten prooi aan de meeuwen en een zwarte beer
We zijn de dag rustig begonnen en hebben nog enkele activiteiten meegepikt van de Goldrush Days in Valdez. Zo konden Linde en Floor nog een keer ‘goudpannen', zoals men dat hier noemt en hebben we genoten van de brassband van de hier gestationeerde AirForce.
We dachten in Valdez goedkoop te kunnen tanken. In Valdez eindigt immers de Alaska Pipeline. De olie wordt hier opgeslagen en overgeladen op tankers om verder vervoerd te worden. Niets was minder waar; de benzine was hier duurder dan waar dan ook in Alaska. $3,41 per gallon lijkt misschien goedkoop, maar met een camper die 1 op 3,5 rijdt tikt dat toch wel aan.
Op advies van het Visitor Center reden we de weg langs de kust naar die olietanks. Onderweg zou er een kans zijn om beren te zien. Nou, de eerste zagen we al toen we net het dorp uit waren. Linde spotte de zwarte beer als eerste. Hij was nog jong en speels en sprong tegen twee bomen op. Ook ging hij op zijn achterpoten staan om eens goed om zich heen te kijken. Wij bekeken het rustig vanuit de camper.
Toen we verder reden langs de kust zagen we veel mensen foto's maken bij een beekje die uitmondt in zee. Er was daar een zwarte beer in het 10 cm diepe water aan het vissen. Hij is daar zeker een half uur bezig geweest en heeft in die tijd tientallen vissen uit de beek op het droge gegooid. Dat was ook niet zo moeilijk want er zwommen/kropen honderden zalmen op enkele tientallen meters. Soms at hij de eitjes van de zalmen, maar vaak liet hij ze ook gewoon creperen op het droge.
Aan de andere kant van de weg, waar het beekje in de zee uitmondt, lagen ook honderden zalmen te worstelen op het bijna drooggevallen strand om toch nog het beekje te bereiken. Helaas voor hen, vielen de meesten ten prooi aan de tientallen zeemeeuwen. Het was allemaal wat cru, maar zo werkt de natuur hier blijkbaar.
Iets verderop langs de weg zijn we gaan lunchen en daar zagen we nog een zeeleeuw die om de paar minuten met een zalm boven kwam en weer een zwarte beer die ook op het strand even kwam kijken of er nog iets te halen viel.
Bijna terug op de camping reden we langs een schietbaan, gewoon open en bloot langs de weg. Linde vroeg: ‘Wat zijn die aan het doen?' Marijn: ‘Aan het oefenen om beter te leren schieten.' Linde: ‘Staan ze dan naast elkaar of tegenover elkaar?'
Dag 94: Alweer een mooie overtocht
Vandaag hebben we na 6 dagen het drukke Kenai Peninsula (ter grootte van Nederland) verlaten en zijn we met de veerboot in Valdez aanbeland. De boot vertrok vanuit Whittier. Om daar te komen moet je door een één-baans tunnel die gedeeld wordt met de trein. Je rijdt dan 4 kilometer over spoorrails. De tunnel begint in Portage, dus zijn we net als 5 dagen geleden weer bij Portage Glacier gaan kijken. Ook nu was het druilerig weer en was het uitzicht matig. Nu hebben we wel de tijd genomen voor het Visitor Center en dat was best de moeite waard. Uiteraard ook weer een filmpje meegepikt. Die zijn altijd erg mooi in de visitor centers.
Onze laatste boottocht van deze vakantie was wederom een succes. Terwijl alle bergen om ons heen in wolken gehuld waren en we vertrokken met motregen, leek het net alsof we de rest van de bijna 6 uur durende overtocht door een wolkenloze tunnel voeren. Het land om ons heen lag onder donkere wolken en op de boot was het weliswaar fris, maar bijna steeds hadden we een zonnetje op het achterdek en voeren we over een vrijwel rimpelloze zee.
De middelste twee uur voer de boot langzaam in slalom tussen ijsbergjes door die van de grote Columbia Glacier kwamen en in zee dreven, soms met tientallen meeuwen erop. Hoe dichter we bij de gletsjer kwamen hoe kouder het ook werd op de boot. Op grote afstand zagen we de gletsjer met zijn honderden grote ijsbergen.
Deze tocht zagen we weer ander wild dan op de andere overtochten. Het aller-leukste waren eigenlijk wel de zeeotters. Deze beesten komen zelden tot nooit aan land en zijn de afgelopen eeuw bijna uitgeroeid (met name door de Russen) om hun enorm zachte vacht. Wij hebben er vandaag 10 gezien. Lekker op hun rug liggen ze, meestal in hun eentje, te dobberen in het ijskoude water.
Op een kale rots, waar we redelijk dicht aan voorbij voeren, lagen zo'n 50 to 75 Steller Zeeleeuwen te zonnen. Een enkeling nam even de moeite zijn kop omhoog te brengen, maar het merendeel verroerde geen vin. En wat ook erg leuk was, waren enkele Porpoises (dolfijnen) die langzij zwommen.
hadden met enkele medereizigers op het achterdek de afspraak gemaakt dat we elkaar zouden waarschuwen als we wildlife zagen. Op die manier zouden we zo min mogelijk missen. Dat ging goed totdat wij zaten te eten. Wij zagen wel de bultrugwalvis, maar we konden hen helaas niet waarschuwen.
Moe maar voldaan hebben we in Valdez een camping opgezocht. Het is al weer heel wat dagen geleden, maar nu slapen Linde en Floor eindelijk weer eens voor 22.00 uur.
Dag 93: Just another day
En weer zijn we gaan kijken bij de Kenai River naar de kunsten van de vissers hier. Floor, maar vooral Linde, vindt het geweldig om te kijken hoe de zalmen gevangen worden en ook hoe ze gefileerd worden. Ze wil graag ook zelf leren vissen. Maar aangezien wij daar helemaal niets mee hebben, zal ze wel een keer bij de meester-visser van de familie aankloppen. Dus Ruud, Linde komt eraan!
Het was grappig om te zien wat voor verschillende types hier staan te vissen. Van de ‘gemiddelde' Alaskaan die ook gemiddeld succes heeft tot de geslaagde business man die in zijn Hummer aan komt rijden en na een geslaagde vangst een enorme sigaar opsteekt, en van de blonde jongedame (de paardenstaart netjes door de pet heen gestoken) in een veel te nette outfit die bijna haar eigen vishaak in haar gouden oorbellen had hangen tot de native die op zijn slippers aan komt slenteren, niet de moeite neemt om in het water te gaan staan zoals de rest en binnen 10 minuten 3 zalmen aan zijn haak heeft hangen. Hij gaf overigens wel toe dat het ook hem niet elke dag zo gemakkelijk af ging.
Onderweg hebben we lunchpauze gehouden bij een houtsnijder die de mooiste kunstwerken maakte met zijn kettingzaag. Snel en toch heel precies worden vooral zeearenden of beren uit houtblokken gezaagd.
Eind van de middag hebben we in het Kenai National Wilflife Refuge een campinkje opgezocht bij Peterson Lake. Eigenlijk kon je het geen camping noemen. Het was een open ruimte aan de oever van het meer en er stonden een paar picknicktafels voor 4 kampeerplekjes. Maar er werd dan ook geen ‘fee' gevraagd en we hadden prachtig uitzicht over het meer, tenminste, als we tussen de regendruppels door keken.
Dag 92: De nationale sport van Alaska: Vissen
Vanochtend zijn we op de camping aan de Kenai River even gaan kijken hoe onze collega campinggasten stonden te vissen. De één had zijn dagelijks toegestane quotum van 3 stuks al om 8.00 uur 's ochtends bereikt, dus de rest van de dag kon hij alleen nog maar om de sport vissen. Zijn maat mocht de zalmen nog houden. Terwijl wij stonden te kijken haalde hij er net één binnen. Een gerichte tik op de kop, schoonmaken en fileren, en binnen enkele minuten lagen er weer twee Sockeye zalmfilets in het zakje. De rest van de vis werd de rivier ingegooid voor de meeuwen.
Bij Kenai waar de Kenai River in de Cook Inlet uitmondt, was het een drukte van belang. De zalmen zwemmen hier vanuit zee de rivier op. Aan weerszijden van de rivier staan tientallen vissers met hun dipnet op zalmen te vissen, terwijl in het midden van de rivier enkele zeehonden ook een graantje mee proberen te pikken. Zo'n dipnet is een groot visnet (1½m diameter) waarmee ze langs de oever van de riviermonding lopen en zo hun vissen binnenhalen. Vissen met dipnet is overigens alleen toegestaan voor de lokale bevolking. Voor hen gelden overigens ook ruimere visquota en is mede afhankelijk van de gezinsgrootte.
Daarna zijn we doorgereden naar Captain Cook State Recreation Area, waar we op een mooie camping 50 meter van het strand staan. Op het strand kun je agaat vinden. Pas toen we weer bijna van het strand afliepen en aan de vierde strandganger vroegen hoe dat agaat er nu eigenlijk uit ziet, werd ons duidelijk dat we niet veel gemist hadden. We hebben er een paar meegenomen, maar waarschijnlijk eindigen ze binnen enkele dagen tezamen met andere kiezelstenen gewoon langs de kant van de weg.
Dag 91: Een vissende beer
Het was lekker wandelweer vanochtend (droog!) en dus trokken we erop uit naar de Russian River Falls. Bij deze kleine watervallen kun je de zalmen tegen de waterval op zien springen. Het is mooi om te zien hoe ze zich positioneren voor de waterval en met een forse krachtsinspanning de sprong wagen. Vaak hebben ze meerdere pogingen nodig.
Soms vissen ook de beren hier hun maaltje bij elkaar. En we hadden geluk vandaag! Terwijl wij stonden te kijken naar de zalmen, kwam van de overkant een Grizzly beer uit de bossen gelopen en kloste de rivier in. Hier noemen ze de Grtizzly overigens gewoon bruine beer. Het krioelde daar van de zalmen, maar de beer ving niets. Hij had ons ook al snel in de gaten, keek omhoog naar de ‘veilige' boardwalk waar we op stonden en maakte snel rechtsomkeert.
Verder naar Soldotna hadden we de toeristische route genomen om wat meer natuur ipv drukke snelweg te proeven. Dit was echter wel 19 mijl (klinkt minder erg dan 30 km) wasbord rijden. De beste snelheid over de ribbels lag zo rond de 50 km per uur. We hadden immers tijd genoeg om dat uit te vinden. De natuur en enkele uitzichten waren mooi, maar het wild bleef beperkt tot een Pacific Loon.