Dag 82: Alaskan Husky’s
Het was vanochtend nog maar een uurtje rijden naar Denali National Park. In het park zijn we eerst bij de hondenslede demonstratie gaan kijken. Van oudsher vervullen deze honden een belangrijke rol in het park, omdat zij met hun slee een perfect vervoermiddel zijn in de koude winters hier. Tegenwoordig worden ze in de winter nog steeds ingezet, maar hebben ze meer een traditionele en toeristische waarde. Ze hebben hier uiteraard Alaskan Husky's en niet de bij ons beter bekende Siberian Husky's. De Alaskan Husky's zijn wat slanker en beter getraind voor het lopen van lange afstanden.
Een enthousiaste Park Ranger vertelde over de historie van de sledehonden in Denali en liet de honden een kort rondje lopen voor het talrijke publiek. Hij kon de slee maar ternauwernood binnen het spoor houden.
Eind van de middag zijn we met de shuttle-bus nog een stukje het park in gegaan. Alvast een voorproefje voor morgen, wanneer we een hele dag in de bus zitten. Een pilletje tegen wagenziekte kan geen kwaad. Dat weten we nu niet alleen uit onze eigen buservaring, maar dat hoorde we ook van anderen in de bus.
Op de terugweg stapte er nog een klagerige Park Ranger in die zat te mopperen dat ze hier nog geen zwarte beer had gezien. Wij zagen vandaag in ieder geval de Ptarmigan (sneeuwhoen), Alaska's nationale vogel. En deze keer niet opgezet.
En na het avondeten heeft Marijn Linde verlost van alweer haar 3e losse tand deze vakantie.
Dag 81: Zonsverduistering
In Pioneer Park in Fairbanks heeft men de geschiedenis van de pioniers aardig gecombineerd met een mini-pretparkje. We hebben ons niet al teveel verdiept in het historische aspect en er gewoon een paar gezellige uurtjes van gemaakt. Marijn en Inge hebben op de midget-golfbaan een verwoede strijd geleverd met uiteindelijk een verdiende winnaar.
Eind van de middag hebben we koers gezet richting Denali NP. Vlakbij Fairbanks kwamen we langs Ester Gold Camp, maar inmiddels zijn de toeristische/historische gebouwtjes dichtgetimmerd en is het meer een ghost-town.
Toen we verder richting het zuidwesten reden, werd een kampvuurgeur alsmaar doordringender en leek het alsof we tientallen kilometers in een licht mistige schemer reden met de zon nog hoog aan de hemel als een kleine oranje bal. Je had geen zonnebril nodig om recht in de zon te kijken. In de aanvankelijk vrijwel onbewolkte lucht hing de verdunde rook van de bosbrand die een vage rood-bruine gloed kreeg. Het had wat weg van een zonsverduistering.
Op een parkeerplaats had men op een informatiebord aangegeven wat de stand van zaken was van deze bosbrand niet al te ver van Fairbanks. De brand lag ingedamd tussen 3 rivieren en men verwachtte de brand zondag 19 juli onder controle te hebben (morgen dus). De stand van 17 juli was dat er naar schatting 183.643 acres bos was verwoest. Wij reden er op zo'n 10 km langs af.
Nenana, zo'n 100 km ten noorden van Denali, is een leuk dorpje dat in heel Alaska bekend staat om zijn Ice Classic. Het gaat hier om het raden van het precieze tijdstip van het openbreken van het ijs van de Tanana. Op het ijs staat dan een grote houten ‘tripod' die verbonden is met een klok op de oever. Als het ijs openbreekt, valt of schuift de tripod en stopt de klok. De winnaar kan $300.000 mee naar huis nemen.
Dag 80: Cultureel dagje
Vanochtend hebben we bij het Visitor Center alvast de camping in Denali National Park gereserveerd (voor de 20e en 21e) en 4 plekken voor de shuttlebus. Je mag met je eigen auto nl. maar beperkt het park in. Nu zullen we zo'n 100 kilometer met de bus het park in gaan (en ook weer eruit).
's Middags hebben we ruim 3 uur in het University of Alaska Museum of the North rondgewandeld. Met name de cultuur en oude gebruiken van de eskimo's en indianen waren erg interessant. Zo hadden ze o.a. een kajak en kano die gemaakt waren van resp. zeehondenhuid en walvissenhuid. Precies dezelfde hadden wij gisteren in miniatuurformaat gekocht voor $1 each (ook van zeehondenhuid).
Ook vertoonde ze een film over het Noorderlicht. Zogenaamde zonnestormen zijn mede verantwoordelijk voor het Noorderlicht. Deze zonnestormen zijn elke 11 jaar extra hevig, waardoor ook het Noorderlicht dan beter te zien is. En dan met name in een smalle band op aarde op dezelfde breedtegraad als waar Fairbanks ligt. De volgende keer dat het Noorderlicht beter te zien zou moeten zijn is 2012. Dan zou Finland (of daar ergens) dus een leuke wintersportbestemming zijn.
's Avonds zijn we tot bijna 24.00 uur bij de World Eskimo Indian Olympics geweest. Dit is een jaarlijks terugkerend sportief en cultureel samenzijn van de Eskimo's en Indianen van Alaska die van heinde en ver hier naartoe komen. Er werden allerlei sporten vertoond, zoals Indian Ear Pull (aan elkaars oren trekken, maar dat hadden we helaas net gemist), Two Foot High Kick (met twee voeten tegelijk afzetten en met twee voeten tegelijk een opgehangen bal aantikken) en Blanket Toss (40 man die een dame de lucht in katapulteren mbv een van walrusvellen gemaakt ‘deken').
Hoe vreemd sommige ‘sporten' ook overkwamen op ons, ze komen voort uit het onderhouden van de vaardigheden die je nodig had om te kunnen overleven, voornamelijk voor de jacht.
We zagen wat op tegen de Seal Skin Contest, maar gelukkig werden er slechts zalmen gefileerd (volgens een voorgeschreven wijze). Maar na de zalmen kwamen ze alsnog: vijf zeehonden! Wie kan het snelst een zeehond villen. Het record uit 1961 van 57 seconden werd deze avond niet verbroken. Wij zaten erbij en keken ernaar. Ik zal jullie de foto's besparen.
Ook werd er gedanst, was er een kledingshow en werd Miss WEIO gekozen. Daarnaast waren er allerlei stands waar zelfgemaakte sieraden, kunst en kledingstukken (vooral sloffen) verkocht werden. Het merendeel hiervan zouden wij niet mee mogen nemen naar Nederland. Ze hadden o.a. ijsberenwanten, zeehondensloffen, walvisbotsculpturen, etc. Erg mooi om te zien en het koste wat moeite om Linde duidelijk te maken dat we dat toch echt niet konden kopen.
Dag 79: Don’t live faster then your guardian angel can fly
Weinig afwisseling vandaag op de weg naar Fairbanks, maar niet vervelend. Over het algemeen reden we over goed asfalt door lange, rechte groene corridors met een brede kortgeschoren berm, zodat je op tijd kunt reageren op overstekend wild.
Onderweg kwamen we o.a. door Tok en Delta Junction. Op zich niet eens zo verkeerd. Het zag er redelijk verzorgd uit (vergeleken met eerdere teleurstellingen) en het hoogst noodzakelijke is er te krijgen, maar echt vrolijk werden we er niet van.
Onderweg zijn we gestopt bij Rika's Roadhouse, net als de (pels)jagers en gelukzoekers 100 jaar geleden die onderdak zochten op hun reis van Valdez naar Fairbanks. Hier werden ze met de ferry de Tanana River overgezet. Een Zweedse dame (Rika) runde dit helemaal in haar eentje, echt indrukwekkend.
Een andere leuke onderbreking was bij The Knotty Shop waar we aanvankelijk in grote vaart voorbij stoven, omdat het niet in onze reisinfo voorkwam. Onze aandacht werd getrokken door diverse kunstig gemaakte houten dieren die langs de weg stonden. Deze souvenirwinkel was voor de verandering erg leuk. Zo hadden ze talrijke wijze spreuken, een mooi diorama met opgezette dieren en iets wat we nog niet eerder gezien hadden: tientallen opgezette Ptarmigans (sneeuwhoen?). En deze waren gewoon te koop. Sorry Henry, we hebben er geen voor je meegenomen.
En passant zijn we ook even via de Noordpool (North Pole) gereden. Ze hebben daar een 10 meter hoge Kerstman en een mega kerstwinkel naar het schijnt, want wij zijn er gewoon aan voorbij gereden.
En toch ook vandaag nog wild gezien: een Elandkoe met twee kalfjes.
Dag 78: Stuiteren over de Alaska Highway
Vandaag zijn we tot Tok gevorderd in Alaska. Het was weer tientallen kilometers stuiteren geblazen op de Alaska Highway! Soms haalden we 80 kilometer per uur, maar vaak was het zeer behoedzaam rijden. Een enkele keer vlogen wat deurtjes in de camper open, maar daar bleef het bij. Achter uit de camper kwamen ook wisselenden geluiden. De één riep ‘Joehoe!' (Linde), terwijl de ander wat stilletjes zei: ‘Ik ben wat misselijk'(Floor). Vooral de Canadese kant van de highway was slecht. De Amerikanen hadden hun deel wat beter voor elkaar.
De reden van al die glooiingen is dat de weg is aangelegd op permafrost. Door de temperatuurstijging ontdooit er steeds iets meer van de bovenste bodemlaag, waardoor die wat in elkaar klinkt en dus ook de weg meeneemt die daarop ligt. Ook krijg je hierdoor steeds meer poeltjes en meren, waardoor het een enorm wetland is geworden.
Het was regenachtig vandaag, maar daardoor wel prettig koel voor de afwisseling. De omgeving kreeg wel een troosteloze aanblik. Maar of dat in het zonnetje er nou zoveel beter uitgezien zou hebben weet ik niet.
Onderweg hebben we nog eens geïnformeerd naar de bosbranden in Alaska, omdat er overal een soort van brandlucht hangt. Er blijken zo'n 70 grote bosbranden te woeden, maar dat is niet ongebruikelijk hier. Dus geen reden voor ongerustheid.
We hopen vannacht wat beter, maar vooral langer te slapen dan gisteren. De twee jongste dames konden de slaap maar niet vatten en waren om 0.30 uur nog met de lego aan het spelen, terwijl wij al zo ongeveer sliepen.
O ja, voordat ik het vergeet: de klok is weer een uur terug gegaan. Dus 10 uur tijdsverschil.
Dag 77: Heet en stoffig
Na een kort bezoekje aan het Visitor Center bij Kluane Lake zijn we het eerste stuk van de Sheep Creek Trail gaan lopen op de hellingen van Sheep Mountain. Muggenpakken aan, ondanks de hitte, en stevig doorstappen naar boven. Stoffig was het ook, want overal ligt dat hele fijne gletsjerzand (net cementpoeder). Eenmaal boven de boomgrens hadden we het beoogde uitkijkpunt bereikt en keken we uit over de Slim's River. We hadden gehoopt om Dall Sheep te zien op hun thuishelling, maar het blijkt dat ze hier slechts 9 maanden van het jaar zitten, precies die maanden dat er geen toeristen zijn.
Om ons moed in te praten heeft men bij het startpunt van de trail een plaquette neergezet ter nagedachtenis aan een jonge vrouw die hier 13 jaar geleden de strijd met een jonge grizzly heeft verloren. In dit uitgebreide National Park zit nl. 's werelds grootste populatie grizzly beren, maar toch zie je ze maar zelden.
Andere wandelingen hebben we ivm de hitte maar gelaten voor wat het was en zijn verder in de richting van Tok in Alaska gereden. Onderweg hebben we nog een stukje van de oude bijna overgroeide Alaska Highway gereden, waar we bij toeval op terecht kwamen. Achteraf bleek (gezien het bordje ‘Trespassers will be prosecuted') dat we ons op terrein hadden begeven dat enige tijd geleden is teruggegeven aan de Natives.
Zo'n 50 kilometer van vandaag van de Alaska Highway had meer weg van een achtbaan dan van een snelweg. Ontelbare kleine glooiingen zaten er in de weg, waar je met een beetje pech met alle vier de wielen los kwam. Soms stonden er oranje vlaggetjes langs de weg ten teken dat naast de weg grote kuilen of scheuren zaten, maar eigenlijk hadden ze boven de hele weg wel een oranje vlag kunnen hangen. Je mocht er 90 rijden, maar met een camper harder dan 60 rijden was vragen om ongelukken.
Het landschap was ook niet bijster interessant, dus we hadden moeite onze aandacht erbij te houden. Maar toen we een zwarte beer naast de weg rustig soapberries zagen eten waren we allemaal weer klaarwakker.
Eind van de dag hebben de camping bij Lake Creek opgezocht, waar we eindelijk weer een vuurtje hebben gestookt en Linde en Floor zich bij het riviertje uit konden leven, waar we ook allerlei wildsporen vonden.
Kluane zullen wij ons herinneren als een weids landschap waar wij nauwelijks door konden dringen tot de echte schoonheid van het park, waar het heet en stoffig was en waar we ontzettend veel ontiegelijk vervelende F...muggen tegen kwamen. Net als 8 jaar geleden!!!
Dag 76: F...muggen
In Haines Junction hebben we de voedselvoorraad, benzine en propaan weer aangevuld. Het geld aanvullen wilde hier niet lukken; de bank accepteert de Maestro pas nl. niet en de enige pinautomaat in het dorp was ‘out of service'. De winkelmedewerker kon zich er niet echt druk om maken. De dichtstbijzijnde is zo'n 160 km verderop in Whitehorse en die kant gaan we nu niet uit, dus moeten even zien hoe we het de komende dagen uitzingen zonder Canadees en een beetje Amerikaans geld (en natuurlijk de VISA kaart).
We konden hier de verleiding niet weerstaan om dezelfde wandeling als 8 jaar geleden bij Kluane RV campground te doen. Toen kenden we de muggen hier nog niet en werden we helemaal lek gestoken. En dan bedoelen we ook letterlijk helemaal lek. Inge dacht dat het inspuiten met anti-muggenspul ook afdoende zou zijn, maar na een half uur werd ze echt knettergek van die F...muggen. Jawel, Linde en Floor hebben dus hun Loony verdiend!
De rest van de wandeling hebben we volbracht in onze super bugshirts. Wel een beetje warm in de brandende zon, maar het voorkomt dat de muggen kunnen steken.
Net kwam een collega camperhuurder onze afvoerslang lenen om het vuile water te dumpen. Hij was die van hem ergens verloren. We hebben er ook al verscheidene zien liggen langs de weg. Het opbergvakje is nl. niet goed af te sluiten. Deze dienst leverde ons een lekkere fles champagne op. Wij gaan ons vanavond dus laven aan onze eerste alcoholische versnapering van deze vakantie en vieren tegelijk de verjaardag van oma Riet!
En nog even terugkomend op het aantal uren daglicht hier. De zon gaat vandaag om 23.26 onder en kwam vanochtend om 5.05 op. We hebben dus zo'n 18½ uur daglicht. Maar in de praktijk natuurlijk nog meer, omdat het na zonsondergang nog lang duurt voordat het donker wordt.
Dag 75: Tegengehouden door de douane
Toen we vanochtend van de camping bij Haines reden en stopte om een Loon beter te bekijken, zwom er zo een dolfijn op het gemak voorbij. Type en bouwjaar onbekend, maar leuk om de dag mee te beginnen (meer kwam er deze dag overigens niet).
In Haines (geen bijster interessant dorp) zijn we naar het museum van de Bold Eagle Foundation gaan kijken. Zij hebben een erg mooi en groot diorama, waar al het lokale wild in diverse maten en soorten voorkwam. En dat waren best veel verschillende dieren met onder andere 16 zee-arenden. Er was daar een medewerker die maar al te graag alle ins en outs van het wild wilde toelichten, erg interessant.
Vervolgens hebben we de Haines Highway richting Canada genomen. Kilometers lang reden we langs het Alaska Chilkat Bald Eagle Preserve, waar in winter zo'n 3.000 zee-arenden overwinteren. Nu zagen we er één.
Bij de grens werd weer de gebruikelijke lijst van verboden middelen doorgenomen. Deze douanier vroeg echter ook naar brandhout. Zoals al eerder gemeld zijn ze daar niet blij mee. De beste man belde naar de Amerikaanse douane, dat we weer terugkwamen om het brandhout achter te laten. Op de vraag aan de Amerikaanse douane waar we het hout moesten laten, zei hij: 'Drive for a mile and dump it in the woods.' Beetje vreemd, maar blijkbaar was dat tegen meer mensen gezegd, want na 500 meter zagen we allerlei pakketten hout langs de weg liggen. Handig voor de betreffende bewoner daar. Dus hebben we ook ons hout er maar bijgegooid.
Vanaf de grens ging de route langzaam omhoog naar Kluane National Park en bood mooie vergezichten, vooral ook omdat we hier voor een groot gedeelte boven de boomgrens reden.
En omdat we weer in Canada zijn moest de klok weer een uur vooruit. Voor degene die de tel kwijt is geraakt, bij ons is het nu 9 uur later dan bij jullie. En omdat we toch al aardig noordelijk zitten, hebben we hier lang daglicht. Het zal zo'n 18 uur zijn, maar morgen zullen we het even precies navragen als we in Haines Junction zijn.
Inmiddels hebben we er alweer 10.175 kilometer op zitten. We liggen nog goed op schema.